3.10.2 Financiële stand van zaken
In 2024 ontvingen we van het rijk een normvergoeding van € 61 per gerealiseerde opvangplek per dag. In onderstaande tabel is de compensatie van het rijk en de gerealiseerde kosten van de gemeentelijke opvang van Oekraïense ontheemden in 2024 weergegeven.
Bedragen in € | - is voordeel |
|---|---|
Omschrijving | Bedrag |
Compensatie rijk Opvang Oekraïners | |
Opvanglocaties | -6.516.000 |
Leefgeld en uitvoeringskosten particuliere opvang | -258.000 |
Totaal middelen rijk | -6.774.000 |
Kosten opvang Oekraïners | |
Huisvestingskosten (huur, energie, beveiliging) | 2.064.000 |
Interne en externe uitvoeringskosten | 1.267.000 |
Overige kosten (onder andere inrichting, onderhoud, leefgeld, vervoer) | 259.000 |
Totaal kosten | 3.590.000 |
Saldo | -3.184.000 |
In 2024 ontvingen we € 6,77 miljoen aan normvergoedingen van het rijk. We hebben € 3,59 miljoen uitgegeven aan huisvestingskosten, uitvoeringskosten, en overige kosten zoals het verstrekken van leefgeld. Dit betekent dat er een positief saldo is € 3,18 miljoen. Het positieve saldo is nog wel onder voorbehoud van de definitieve afrekening van het rijk.
Er zijn een aantal redenen voor het saldo:
- We hebben relatief goedkope opvanglocaties.
- De normvergoeding van € 61 per dag per gerealiseerde opvangplek in 2024 is op basis van landelijk onderzoek omlaag bijgesteld naar een normvergoeding € 44 per dag per gerealiseerde opvangplek in 2025.
- Niet alle gerealiseerde opvangplekken zijn altijd werkelijk bezet geweest.
- Doordat veel werkzaamheden door eigen medewerkers en niet door externen uitgevoerd zijn, zijn de uitvoeringskosten beheersbaar gebleven.
- Er zijn kosten die we maken die niet onder de normvergoeding gemeentelijke opvang Oekraïners vallen. Voorbeelden hiervan zijn kosten voor het opzetten en inrichten van de taalschool en kosten van leerlingenvervoer.
Reserve opvang Vluchtelingen en statushouders
Bij de jaarrekening 2022 is de reserve opvang vluchtelingen en statushouders gevormd. Dit omdat er een grote opgave ligt om vluchtelingen en statushouders op te vangen, van onderwijs en zorg te voorzien en eventueel in te laten burgeren.
De stand van de reserve was per 1 januari 2024 € 1,9 miljoen. Het positieve saldo op de opvang van Oekraïners is € 3,18 miljoen in 2024 toegevoegd. Daarnaast is er € 0,32 miljoen toegevoegd aan deze reserve van gelden die het rijk beschikbaar heeft gesteld voor tijdelijke huisvesting van statushouders bij doorstroomlocatie Den Alerdinck en voor kosten zoeken naar opvanglocaties in verband met spreidingswet.
In 2024 is er in totaal € 1,83 miljoen aan deze reserve onttrokken voor kosten voor Den Alerdinck, de taalschool en extra uitvoeringscapaciteit en afroming van 1 miljoen bij de zomernota. Per saldo komt de reserve dan uit op € 3,57 miljoen.
Vanaf 2025 zijn er op basis van bestuurlijke besluitvorming € 1,06 miljoen aan resterende claims op de reserve. Verder zijn er een aantal ontwikkelingen met financiële risico's op gebied van opvang vluchtelingen en statushouders, dit zijn:
- De normvergoeding per gerealiseerde opvangplek per dag voor Oekraïners is bijgesteld van € 61 in 2024 naar € 44 in 2025.
- Bij Den Alerdinck is lagere instroom.
- Er liggen verzoeken vanuit Den Alerdinck voor extra financiering.
- Extra fte consulenten statushouders nodig vanwege werk instroom.
- Werkzaamheden omtrent spreidingswet/ team vluchtelingen.
- Er zijn hogere kosten in het sociaal domein door de hogere instroom die niet of deels door het rijk vergoed worden, bijvoorbeeld kosten rondom onderwijs en het vervoer hiervan, tolkkosten en zwemlessen.
- Fiscaal risico: Vanuit belastingdienst wordt op landelijk niveau getoetst of over de voordelige resultaten betreft de opvang Oekraïners de afgelopen jaren winstbelasting geheven kan worden.
Om de resterende claims en benoemde risico's af te dekken wordt een buffer van € 2 miljoen als voldoende beoordeeld. Dit betekent dat de reserve met € 1,57 miljoen is afgeroomd ten gunste van de algemene middelen.
